Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [33]Gelijk gij u verblijd hebt over de [34]erfenis van het huis Israels, omdat zij verwoest is, alzo zal Ik aan u doen; het gebergte van Seir, en [35]gans Edom, zal geheel een verwoesting worden; en zij zullen weten, dat Ik de HEERE ben. 33. Hebreeuws, naar uwe blijdschap. Vergelijk boven vs.11, en elders dikwijls. 34. Over de verwoesting van het land Kanaan, dat Ik Israel [en niet u] ten erve gegeven heb. 35. Gelijk het ganse land Edom over Israels ellende gejuicht heeft, gelijk in vs.14 gezegd is.